Altijd Keinder … om mee te spelen
Geschreven door Jan Pouwels.
Ik herinner me dat er altijd kinderen waren. In elk gezin waren veel kinderen. Op d’n Erfdijk speelden we elke dag met de Van Boekels en Zwaans. We lagen op de zij op de dijk en iemand duwde of schopte je, en dan rolde je naar beneden. Wat heerlijk. Altijd was er wel iemand om mee te spelen.
Iedereen kon het goed vinden met elkaar op de Erfdijk. Elk huis had een eigen paadje om van het ene naar het andere huis te komen en er liepen verschillende paadjes naar de kerk. De karweg zelf was op de Erfdijk. Soms werden die ´pêdjes´ weer omgeploegd, maar even later weer gewoon opnieuw belopen.
De Erfdijk telde in de jaren 1945-1950 tweeëntwintig families. Vanaf Herperduin tot aan de doorgang naar de Beerse Maas woonden daar respectievelijk, Piet Albers, Harry Albers, Grad van Summeren, Hasje van der Heijden, Toon van Dijk, Bertus Janssen, Wim den Brok, Janus Megens, Grad Albers, Marikus van de Linden, Petterhannes Spanjers, Thias van den Tillart, Martien Zwaans, Jan van Boekel, Toontje van Dijk (De Wever), Bertus van de Linden, Janus van Summeren, Cornelis van Geffen, Frans Albers, Driekus van Zuijlen, Naatje Suppers en Hannes van Asten (KaKa).
Deze gezinnen hadden samen 133 kinderen! Inderdaad zeer kinderrijk. Uitschieters waren Grad van Summeren met 16 kinderen en Martien Zwaans, Jan van Boekel en Cornelis van Geffen met ieder 10. Janus Megens, Marikus van de Linden, Janus van Summeren en Frans Albers met ieder 8 kinderen.
Ik zit tegenover Thea Spanjers geboren op de Erfdijk op 13 januari 1937, de jongste van vijf kinderen van Petterhannes (1896-1991) en Doorke van de Linden. Thea was echtgenote van Wout (Woutje) van Rossum sinds 1962. In dat zelfde jaar trouwde ook haar broer Anton die op de boerderij bleef. Wout stierf in 2008 en sindsdien is Thea weduwe. Ik spreek met haar over het gezin, haar jeugd, het vrouw-zijn in die tijd, het willen leren, het leven op de Erfdijk en natuurlijk haar tijd als kasteleinsvrouw in café ‘de Brug’.
Er waren vijf kinderen in het gezin, waarvan Thea de jongste was. Vijf kinderen was in vergelijking met de andere gezinnen dus relatief weinig. In het gezin was ook plaats voor Tien. Geadopteerd van Marikus van de Linden en zijn eerste vrouw die in het kraambed stierf, is ‘Tien’ vanzelfsprekend opgenomen en altijd deelgenoot geweest van vier generaties Spanjers.
‘Ik heb nooit honger gekend’, vertelt Thea, ook in de oorlog niet, we hadden altijd wat te eten. Wel was ik verschrikkelijk bang voor alle vliegtuigen en bommen.
Op zondag 5 oktober 1947 gebeurde er iets vreselijks vertelt Thea. Mijn vader, Petterhannes, zat al in de mis van half 7 en wij lagen nog in bed. Wij zouden naar de mis van half 8 gaan. De boerderij brandde helemaal af en was niet verzekerd. Drie grote varkens kwamen om het leven. We kregen tijdelijk kleren van de familie Zwaans. Van de burgermeester kregen we een tijdelijke nishut, waar in de ene helft het gezin woonde en de andere helft de dieren en het materiaal stonden. Deze nishut staat nog op de Erfdijk en huisvest nu vooral caravans.
Eerder had Petterhannes, vermoedelijk voor of in de oorlog, de landbouwgrond gekocht van Notaris Bijvoet uit Berghem. Hij was het pachten beu en vroeg wat het hem ging kosten. De notaris zei dat hij wel wilde verkopen, maar dat hij dan ook de wiel erbij moest nemen, de huidige Lindenwiel. ‘Die hoef ik niet’, zei Petterhannes, ‘ik heb water genoeg’. Maar de notaris was duidelijk: alles of niets, en dus kocht hij de Lindenwiel erbij voor 70 gulden. Dat was in die tijd een kapitaal. Petterhannes had ook naar Canada gewild, waar veel Nederlanders naar de oorlog hun heil zochten. Maar kapelaan Van Houterd overtuigde de familie hier te blijven. Later heeft zijn zoon Anton, Thea´s broer, de wiel weer verkocht aan Kunneman, die een deel van de boerderij van Zwaans huurde als zomerhuis. Het is niet helemaal bekend wat Anton er voor ontvangen heeft, maar Thea denkt aan 7000 gulden. Haar broer Anton heeft daarvan zijn eerste tractor kunnen kopen. Anton wilde aanvankelijk verder leren en naar de Middelbare landbouwschool gaan, maar moest toch thuis aan de slag.
Zondags na vijf uur maakte Petterhannes altijd een wandeling. ‘Kuieren’ heette dat. Tot vreugde van de kinderen die mee mochten en dit als een waarachtig uitje beschouwden. Op Beloken Pasen (de zondag na Pasen) ontstak vader een vuurtje op de Erfdijk. Alleen hij hanteerde de lucifers. Hoewel het aan niets ontbrak en het gezin zelf fruitbomen had, genoot Thea van de sinaasappel die Tien speciaal voor haar meebracht uit het leger (vermoedelijk de mobilisatie van 1939).
Tijdens de oorlog heeft het gezin twee onderduikers gehad. Eén ervan heeft nog meegevochten in de knokploeg van Ben Arts; de ander heeft het gezin na de oorlog uitgenodigd op zijn 25e huwelijksdag en beschouwde de Spanjers als zijn familie.
Na de oorlog heeft de familie hongerige kinderen opgevangen, ‘vakantiekinderen’ die kwamen aansterken. Er was eten genoeg. Een van hen was een zoon van de directeur van Dobbelman zeep en waspoeder uit Nijmegen. Als tegenprestatie kregen ze zeep, die ze ook aan andere gezinnen aan de Erfdijk konden geven. Iedereen was welkom.
Thea kon best goed leren en wilde verpleegster worden. Maar dat mocht niet van haar moeder, die ‘haar dochter niet wilde verliezen aan de nonnen´. Mogelijk werd in die tijd verpleging nog sterk geassocieerd met zusters. Ze ging naar de huishoudschool in Oss, op de fiets. Later deed ze met enige tegenzin de opleiding coupeuse. Thea had andere plannen. Enigszins ondeugend deed ze gewoon wat ze graag wilde. Op haar 16e ontmoette ze een jongen van de Koolwijk, in de danstent, waar ze verliefd op werd. Maar haar hart geven deed ze aan iemand anders, Wout van Rossum. In 1951 was Wout teruggekomen uit ´Ons Indië´ en werd door Ploegmakers verwelkomd in de Waterstraat K184. De huidige St. Sebastianusstraat bestond toen nog niet. Wout was de laatste van 22 Indiëgangers uit Herpen die terugkwam.
De van Rossums hadden een boerderij aan de Hertogswetering en een kleine huiskamerkroeg `De Brug`. Wout deed die jaren de boerderij en zijn vader de kroeg. In 1965 namen Wout en Thea de kroeg over van de ouders van Wout. De overname was precies wat Thea wilde. Weg met de boerderij en al het werk en de kroeg tot leven brengen in een tijd waarin langzaam de bomen de hemel in groeiden. In de jaren 60 en 70 kregen de mensen voor het eerst meer geld in de portemonnee en wilde dat ook uitgeven. Op initiatief van Thea begonnen ze in 1970 ook met de camping, hierbij kregen ze goede hulp van Ben Arts.
Wout was een goede kastelein, sociaal, altijd bezig en niet te lui om iemand de zaak uit te gooien als hij te lastig of te dronken was. Echtgenotes werden gebeld als hun man iets te diep in het glaasje gekeken had. Er gebeurde natuurlijk van alles. Ook onaangename zaken met de motorbende van Oss, die op de camping een thuis zocht.
Vrijdags als het loonzaakje werd uitgedeeld werd er steevast een drankje gedronken. Dat gold zeker voor het begin van de bouwvak. Thea herinnert zich nog en geval waarin ze boterhammen met pindakaas had gesmeerd voor haar kinderen die om half vier thuis zouden komen van school. Ondertussen waren Klaas Verstegen, Tiny van Erp en Frans van der Wielen neergestreken. Klaas moest even bellen en toen ie terugkwam zei ie: `Ik wist niet dat boterhammen met pindakaas en hagelslag zo lekker waren´. Hij had ze allemaal opgegeten.
Thea woont aan de St. Sebastianusstraat 6a, naast haar dochter, vlak bij Café “De Brug”.
*** Foto’s met dank aan en toestemming van Chris van Rossum
“We hebben zo’n mooie prachtige jeugd gehad.”
Leven aan de Erfdijk.
Interview met Pieta en Loes Zwaans.
“We hebben zo’n mooie prachtige jeugd gehad, Mijn vader luisterde altijd, daar kon je altijd terecht. Bij moeder ook. Ons mam maakte alles zelf, ze kon ook alles en deed ook alles, pakte alles aan. En ze was zo proper. De hele was nam ons mam mee naar de wiel (De Lindenwiel) daar was het water schoner en zachter. Het water uit de put moest eerst gekookt worden; ons moeder was daar heel secuur in.”
Ik spreek met Pieta en Loes Zwaans, 27 juli 2021. Ik wil weten hoe het leven was op de Erfdijk.
Het was de bedoeling dat Jo Zwaans – ‘want die weet nog veel meer!’- er ook bij zou zijn, maar Jo stief helaas enkele weken voordat het interview zou plaats vinden en dus hebben we het even uitgesteld. Jo Zwaans is als paardenman, mengvoederhandel en kippenhouder in de Kruisstraat in Herpen alom bekend.
Pieta heeft met haar man Tiny van Erp, zolang als ik weet, gewoond in een kleine bungalow op de hoek van de Kruisstraat – Zandstraat en is na het overlijden van Tiny, verhuisd naar de Burchtstraat. Kleinzoon Ron Langeveld (zoon van Jolanda en Joop) heeft op diezelfde plek een prachtig nieuw huis gebouwd en is er in februari 2022 ingetrokken. Hij woont op loopafstand van de Erfdijk.
“Onze vader Martien Zwaans kwam in 1935 met zijn tweede vrouw Lucia en 6 kinderen naar de Erfdijk. Zijn eerste vrouw Hanneke was in 1930 overleden in Schaijk.” De jonge weduwnaar bleef met drie kinderen achter: Wim, Sisca en Tooske. Hij kreeg snel hulp van Lucia Kersten uit Overlangel, 30 jaar oud, dankzij de invloed van de pastoor uit Schaijk.
Martien en Lucia konden het goed met elkaar vinden, trouwden en verhuisden in 1935 naar de Erfdijk, waar ze de boerderij uit 1811 huurden van Wim van Poppelen. Inmiddels waren er al drie kinderen bijgekomen Jo, Marietje en Nolda. Op de Erfdijk werden nog eens vier kinderen geboren. Pieta (1936), Rieki, Loes, (1940) en Tina. Alles bij elkaar 2 jongens en 8 meisjes. Bij de buren, Jan van Boekel, was het precies andersom: 8 jongens en 2 meisjes.
Waar zijn we? Wie vanuit Herpen richting de Erfdijk wandelt en voor de Lindenwiel stilstaat, ziet aan de linkerkant de boerderij met muurankers 1 8 1 1 . Een van de oudste boerderijen van Herpen*. Momenteel wonen er Piet Derks en Gerry Verstegen, voor hen woonden hier Henk Kunneman en zijn vrouw Ria. Maar eerder woonden er vanaf 1935 tot en met 1965, dus de Familie Zwaans**. Over hen gaat het hier.
Er was natuurlijk veel herrie in de tent, met zoveel kinderen, en als moeder Lucia vroeg, “vader zeg ook eens wat”, dan haalde hij de ogen van het boek en zei: ‘wat is er te doen’? Niks zeiden de kinderen dan. Ze hebben nooit een klap gehad van hun vader, zijn volledig geweldloos opgevoed, ook niet verbaal. Daar zijn Pieta en Loes erg van onder de indruk. Zijn handen jeukten wel eens, maar hij heeft nooit een klap uitgedeeld. Ook de moeder niet. Hij zei: “je slaat er iets in en nooit iets eruit!” Die manieren had vader Martien weer van zijn vader, waarvan gezegd werd toen die begraven werd: ‘het beste menneke van Schaijk wordt nu begraven’. “Gebruik je verstand en denk nou eens efkes na, maar sla nooit.”
Loes is 18 jaar als zij haar 26 jarige vriend aan haar vader voorstelt en vader zegt, “och meiske toch”, waarop Loes tegen haar vader zegt: “vader, jij en ons mama schelen 9 jaar”. Hij kon zo goed luisteren en ook tussen de twee echtgenotes was er nooit ruzie of vielen er harde woorden. Loes is de bewaarder van de familie en heeft ook zelf familie-onderzoek gedaan. Pieta en Loes halen met liefde veel herinneringen op.
Ze gingen naar de meisjesschool over de grindweg, over het ‘turp’padje. Herpen had eerder een kerk dan Schaijk. Het pad werd ook gebruikt om zo naar Schaijk te gaan. Het was een zandpad, je kon er fietsen of lopen van Herpen naar Schaijk. Het was een belangrijk pad. Er was nog weinig bebouwing. Bij Tiny van Dijk (Zandstraat) werd het eerste gebouwd. Op school hadden we de nonnen. Nonnekes waren niet perse vriendelijk. De non wilde dat Loes naar Veghel naar de Mulo zouden gaan, maar dat wilde ze niet en haar moeder steunde haar daarin. Samen met leeftijdgenoot Nel van Dijk (vrouw van Bert Megens) zijn ze toen naar Oss gegaan. De non had echter niet gezegd dat ze ook Frans moesten doen in het toelatingsexamen en zuster Mariet had dat volgens Loes dus expres verzwegen. Veghel was blijkbaar alles, Oss nog niets. Frans werd nog niet gegeven in Herpen. Toch heeft Loes de Mulo in Oss afgemaakt. Ze wilde naar de kweekschool in Den Bosch. Maar na het schoolexamen kreeg ze een brief mee van school van de kantoorboekhandel Cremers in Oss. Een verzoek en aanbeveling om daar te gaan werken. Door omstandigheden was daar hulp nodig en Loes deed het. Ze had naar Den Bosch gemogen, “maar je deed dat”. “Ik moest nog 16 worden!” Na een half jaar, kwam de andere zus ook. Van daaruit is Loes getrouwd en toen kwam haar jongste zus in haar plaats! De Cremers in Oss hebben veel aan de Zwaantjes gehad. De zaak is later overgenomen door Theo van Erp (uit Geffen). Loes heeft nog steeds contact met de vrouw van Theo van Erp.
Bij Pieta – vier jaar ouder- is het heel anders gelopen: “ik was altijd thuis. Met 14 jaar, ik zat drie maanden in de 8ste klas, ging ik van school. Ik heb vier jaar geholpen in de huishouding en vanaf mijn 18e in den Bosch. Daarna ben ik getrouwd en eigenlijk ook altijd mensen geholpen. Wat hebben wij toch een fijne jeugd gehad.”
Na de maaskanalisatie van 1936 en de stuwen in de Maas, o.a. bij Lith en in Grave, verloor de Erfdijk, ontstaan vanaf ca 1330, zijn eeuwenoude functie als waterkering tegen de steeds terugkerende Beerse Overlaat. Niet altijd lukte dat, getuige de verschillende wielen, restanten van dijkdoorbraken. De Lindenwiel is er daar een van. “Van de Zandstraat, net voorbij ons huis, moest je zo schuin de dijk op. Van Boekel had een eigen paadje de dijk op en af en ook bij jullie (bij van Dijk), lag een eigen paadje de dijk op en af. Er lag onder aan de dijk een weggetje dat voor ons huis naar Van Boekel en Van Dijk liep. Op de dijk lag een karrespoor en een fietsspoor. Voor het ophalen van de melktuiten werd de dijk gebruikt. Net zoals nu eindigde de Erfdijk bij Van Summeren waar hij nog maar 30 centimeter is. De kinderen uit het dorp kwamen spelen op de Dijk, moeder bleekte er de was in de zon. Toen stukken van de dijk waren afgegraven, brandden we paasvuren in gaten in de dijk.
Tooske, lichamelijk en geestelijk gehandicapt, sliep in de eerste jaren na 1935 ook in het huis. “We sliepen in kleine kamertjes, in de keuken, de kamer en zelfs een ledikant onder de schouw met een gordijn ervoor. Er was geen elektrisch licht en geen water. De waterput stond niet ver van de zijdeur, die er nu nog zit. Daarachter, tegen het huis aangebouwd, de varkenshokken met stookhok, het ‘huuske’ (WC). Daarachter en opzij de vier kippenhokken.” De aanbouw is inmiddels weg en het huis gesplitst. In het achterste deel, waar nu Maikel en Corine van Helvoort wonen, was de koestal en paardenstal en de hooizolder. De eieren en melk werden verkocht aan de Boerenbond.
Als kinderen waren Loes en Pieta verbaasd als mensen zeiden dat ze een halfzus en halfbroer hadden. “Moeder, zo verhaalt Loes, “ze zeggen dat wij een halfzus en halfbroer hebben, maar wij zeggen steeds dat wij geen halve zus en geen halve broer hebben! Hoe bedoelen ze dat dan? Half zo (verticaal) of zo half (horizontaal)”. Onze ouders hebben nooit onderscheid gemaakt tussen de kinderen van Martiens eerste vrouw Hanneke en de kinderen van Lucia.
Lucia, Martiens tweede vrouw, verloor snel haar trouwring tijdens het werk. Toen zei Martien, ”de ring van Hanneke ligt hier nog, maar ik weet niet of je die wilt dragen?” De ring paste perfect. Lucia accepteerde deze trouwring van Hanneke en heeft die ring vijftig jaar lang gedragen. Na haar overlijden kreeg Ciska (dochter van Hanneke) de ring van Lucia. Later heeft Ciska, met haar vier zonen overlegd en de ring aan Loes geschonken.
Ook hier brengen de jaren 60 een omslag teweeg. Eerder was er al waterleiding en elektriciteit gekomen. De zandwegen werden verhard en geasfalteerd. De ruiverkaveling was gestart vanaf ca. 1960. Martien is 73 jaar oud als Henk Kunneman, verzekeringsagent uit Haarlem, de boerderij koopt in 1963. Martien blijft er nog twee jaar wonen, de stal was al verbouwd tot vakantiehuis. In die tijd koopt Kunneman ook de Lindenwiel, van Antoon Spanjers. Toen was de wiel nog vrijwel zonder begroeiing en open. Kunneman heeft al de eikenbomen gepland waardoor het ‘schone water’ van Lucia, nu vrijwel ‘dood’ is. Later werd het hele huis bewoond door Kunneman, die hier nu permanent ging wonen. In 1987 verhuisden zij weer naar het achterhuis, toen Piet en Gerry het voorhuis kochten.
Jan Pouwels, Erfdijk
*Ik heb hier voor me een inventaris van alle oude boerderijen in de gemeente Herpen (inventaris uit 1994 uitgevoerd door de gemeente Ravenstein; met dank aan Jan van Berkel). Op de Koolwijk staan nog een paar oudere boerderijen, uit de 18de eeuw. Uit de inventarisatie wordt duidelijk dat het huis waarschijnlijk van 1817 is. Mogelijk is bij een restauratie, -het huis is enigszins verhoogd- het muuranker 7 vervangen door een recht muuranker: 1.
**Loes heeft uitgezocht welke personen vanaf 1811 in het huis gewoond hebben. We hebben dus een uitstekend overzicht van alle bewoners van dit huis op de Erfdijk.
*** Foto’s met dank aan en toestemming van Cor Zwaans
Food Truck Friday op basisschool ’t Schrijverke in Herpen.
Op school was het al een drukte van jewelste.
Alle kinderen waren zich aan het opmaken voor veel bezoekers op het speelplein.
De opstelling met zelf gemaakte trucks van karton en beschilderd met veel kleuren en creativiteit.
Ik loop met enkele leden van de Zorgcooperatie naar het schoolplein, andere leden komen zelf, waarschijnlijk omdat het tijdstip een beetje vroeg is.
Van 13.00 uur tot 14.00 uur.
De eerste truck van groep 1 ziet er gezellig uit en de kinderen met hun ouders hebben kleine appelflapjes gemaakt en toast met jam.
Ik moet eerst maar eens een foodkaart gaan kopen daar kan ik dan allerlei hapjes op af laten stempelen die ik wil proeven.
De kaarten kosten 50 euro cent en Jesper van groep 8 bewaakt het geld. Hij vertelt dat de opbrengst naar de Voedselbank in Oss gaat.
Op mijn vraag wat dat is: de Voedselbank, legt hij mij heel goed uit wat dat inhoud. Heel betrokken, ik wens hen een goede opbrengst toe.
Bij groep 3 staan kinderen die worteltaart en chips gemaakt hebben.
Ze vinden het spannend en ook lekker!! Moeder Marieke legt uit hoe ze er aan gewerkt hebben.
Oma Lenie Albers heeft haar bijdrage hierin ook geleverd.
Er is gretige afname en de taart laat zich goed smaken.
Er heerst een mooie verbindende sfeer, want ook steeds meer ouderen bezoeken en eten van de hapjes.
Groep 4 heeft Poolse hapjes in de aanbieding, gemaakt door een Pools gezin. Ellen Boerakker vindt ze lekker.
Het valt op dat er niet zoveel verschillende culturen in Herpen wonen, zo vraag ik aan de bedenker en organisator “juf Pleun”
Het doel is: bekend raken met gezond en lekker eten en bewust worden van duurzaam koken.
De kinderen zijn heel enthousiast en sommige vinden het bijzonder dat je zo’n lekkere hapjes kan maken, al vinden enkele kinderen de courgette thuis minder smaken!!
Jesper vertelt me dat hij al 400 kaarten verkocht heeft.
De zon schijnt zijn warmte over het schoolplein en de voedselbank kan een mooi bedrag tegemoet zien.
Verslag: Anke.
Opfriscursus Verkeersregels
Op dinsdagavond 23 april .
Al ruim voor aanvang is de huiskamer aardig gevuld, de gastvrouwen lopen al rond met koffie en thee en er wordt flink gebuurt. Er zijn 38 mensen aanwezig. Men is vooral bezig met elkaar te helpen om via de mobiele telefoon verbinding te krijgen, zodat je mee kan doen aan het “examen”. De vragen komen op het scherm en je kunt per telefoon via de wifi je antwoord doorgeven.
De avond wordt verzorgd door de heer Willy van Summeren, rijschoolhouder uit Overlangel. Hij doet dit geheel belangeloos, hij vindt het gewoon leuk om te doen. Vooral bij zo’n belangstellend publiek.
Er komen 3 rondes van 25 vragen en het is hilarisch hoe fanatiek mensen bezig zijn en tot ergernis van “meester “ Bert van der Linden, de antwoorden al hardop voorzeggen.
Toch is er volgens mijn observatie niemand geslaagd en daarom komt de discussie goed op gang. Er zijn veel fouten gemaakt over voorrangssituaties, nieuwe verkeersborden en voorrangsregels voor voetgangers en fietsers. Allemaal heel belangrijke zaken om te weten.
Willy zegt dat discussie de beste leermethode is. En dat gebeurt dan ook volop.
De voorzitter overhandigt als dank een bierpakketje aan Willy en iedereen is het erover eens dat het een zeer geslaagde avond was, voor herhaling vatbaar.
Handwerkgroep Iedere maandagmiddag komt de handwerkgroep bij elkaar in de Huiskamer. Ik was er op 29 april en trof er een vijftiental dames aan, die ijverig aan het breien en haken waren. Meestal zijn er nog deelnemers, maar er zijn wat dames op vakantie. Ook waren er enkele mannen, maar die deden niet veel anders dan koffiedrinken! Met uitzondering van Wim van Hoof, die wel op een heel apart apparaat aan het werken was. Wie is Wim trouwens? Wim is afkomstig uit Mariaheide en is al bijna 25 jaar getrouwd met Marian van der Linden. Hij woont dus al een hele tijd in Herpen. Met het apparaat dat hij gebruikt kun je loom-breiwerk maken. Voor Wim een ideale manier om toch een trui te breien, maar dan met 1 hand. De rechterhand kan hij namelijk niet goed gebruiken. Hij is in maart 2018 begonnen en de panden zijn zover klaar, dat een van de dames er de boorden op kon breien. Hij is nu bezig met de mouwen. Het is een heel werk, een soort punniken. Maar het werkt wel. Chris School heeft er een soort onderstel onder gemaakt, zodat het apparaatje niet verschuift. Verder gaat Wim regelmatig naar de Berchplaets in Berghem, waar hij aan een schilderklas deelneemt. De handwerkgroep is trouwens een aanrader voor iedereen: als je geoefend bent kun je andere mensen op gang helpen en ben je een beginneling dan wordt je goed opgevangen. De sfeer is prima en het laatste nieuws wordt besproken. Iedere maandagmiddag ben je welkom in de Huiskamer. Conny van Dijk